dinsdag 24 mei 2016

Als een onschuldig klein kind


Ik speel met een paar kinderen bij de crèche. Ze zijn nog geen vier. 
Ze zijn nog zó klein. Nog zó onschuldig. 
Ze hoeven aan niks te denken. Ze moeten niks, nou ja, het enige wat ze moeten
 is spelen, én een onschuldig klein kind zijn. 

We bouwen een toren. Hij wordt steeds hoger.
'Hij moet nog hoger!' zeggen ze. 
Ik kan er bijna niet meer bij.
Eén van de kinderen haalt een krukje, zodat ik daar op kan staan. 
Zodat hij toch nog hoger wordt.
De toren wiebelt. Hij valt bijna om. Ik kan hem nog net tegenhouden.
Gelukkig. 
Ze geven me weer een blokje aan. Het laatste blokje. Nu kan ik er echt niet meer bij.
Maar nu komt het allerleukste, vinden zij. 
Nu mogen ze hem omgooien.
Maar eerst moet ik weer de verantwoordelijke spelen.
Eerst alle kinderen aan de kant. 
Dan kunnen ze hem omgooien. 
Boem. 
De kinderen moeten lachen. Ze vinden het geweldig.
Het eerste waar ik aan denk, is dat ik blij ben dat de toren niet op een kind is gevallen.
Maar zij zijn nog zo onschuldig. 

Soms moeten wij ook eens zo onschuldig zijn als een klein kind.
Zoals de kinderen bij de crèche.
We denken aan te veel dingen tegelijk. We houden met alles rekening
en denken niet meer aan ons zelf.
Laten wij meer zijn zoals hen.
Als een onschuldig klein kind.

2 opmerkingen:

  1. Je schrijft superleuk!! Ik had nog nooit je blogs gelezen (ik lees nooit blogs haha) maar ik ga t zeker vaker doen!!

    BeantwoordenVerwijderen